oorbeelden van zo’n gezond en ‘meer plantaardig’ voedingspatroon zijn het Mediterrane voedingspatroon en het Amerikaanse Dietary Approaches to Stop Hypertension (DASH)-voedingspatroon. Bij deze voedingspatronen eten mensen vooral verse en de minder bewerkte producten, zoals groente, fruit, en volkoren graanproducten, maar ook noten, verse vis, olijfolie en een klein beetje vlees. Dit soort ‘meer plantaardige’ voedingspatronen worden gelinkt aan een gezonder lichaamsgewicht en een lagere bloeddruk. Ook helpen deze voedingspatronen het risico op hart- en vaatziekten te verkleinen, en worden ze geassocieerd met een lager risico op chronische ziektes zoals diabetes, darmkanker en algemene sterfte. (1) Deze gezondheidsvoordelen worden ook gevonden bij vegetarische en veganistische voedingspatronen.(2) 

In de onderzoeken naar ‘meer plantaardige’ voedingspatronen worden ook wel eens minder gunstige verbanden gevonden. Deze blijken doorgaans niet op te wegen tegen de gezondheidswinst van een ‘meer plantaardig’ voedingspatroon, omdat de bewijskracht van deze onderzoeken beperkt is, de negatieve aspecten niet opwegen tegen de positieve aspecten, of omdat het om zeer specifieke doelgroepen of contexten gaat.  

Een voorbeeld van zo’n minder gunstig verband is een mogelijke link met veganistisch eten en het vaker voorkomen van botbreuken. Het bleek dat deze onderzoeksuitkomst vaak veroorzaakt werd door bepaalde tekorten in de voeding of een in verhouding laag lichaamsgewicht.(3) Een onderzoeksuitkomst als deze benadrukt het belang van een volwaardige voeding. Een ‘volwaardige voeding’ betekent dat een voeding alle voedingsstoffen levert en voldoende energie bevat om goed te kunnen functioneren. 

Ook zijn er verbanden gevonden tussen een vegetarisch en veganistisch voedingspatroon en een hoger risico op het hebben van mentale gezondheidsproblemen, zoals depressie en angststoornissen, in vergelijking met mensen die vlees eten. Bij deze onderzoeken is vaak niet duidelijk in welke richting de verbanden gaan. Veroorzaakt het voedingspatroon het gezondheidsprobleem of omgekeerd? Ook is de bewijskracht van deze onderzoeken vooralsnog beperkt (3, 4).